NEDERLAND - Sinds de invoering van de speekseltest in 2017 ontdekt de politie steeds vaker drugsgebruik in het verkeer. Inmiddels laten zo’n 800 speekseltesten per maand een positief resultaat zien. In 85 tot 90 procent van de gevallen wordt door bloedonderzoek vastgesteld dat de verkeersdeelnemer inderdaad drugs heeft gebruikt.
Per 1 juli 2017 is de wet Verbeteren aanpak drugs in het verkeer (DIV) van kracht. De politie mag sindsdien bij een vermoeden van drugsgebruik een speekseltest afnemen bij een verkeersdeelnemer. Is die speekseltest positief, dan volgt een bloedafname. Het Nederlands Forensisch Instituut of een ander forensisch laboratorium onderzoekt de concentratie van de drugs. Zo wordt duidelijk of de persoon meer drugs heeft gebruikt dan is toegestaan. Heeft iemand teveel drugs gebruikt in het verkeer? Dan kan het Openbaar Ministerie de automobilist vervolgen en het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) maatregelen nemen, zoals het rijbewijs inhouden.
Druk
‘Ik kom drugs in het verkeer regelmatig tegen, zegt een motoragent van het team Verkeer uit Den Haag. ‘Je merkt het aan hun rijgedrag. Ze rijden slingerend over hun rijstrook of blijven bijvoorbeeld opvallend rustig achter een vrachtwagen hangen. Als ik een automobilist staande houd ruik ik soms direct een wietlucht uit de auto komen. Als iemand cocaïne heeft gebruikt, dan is vaak sprake van heel druk en opstandig gedrag.’
Speekseltest
Veel mensen realiseren zich niet dat drugs veel langer in het bloed blijven dan ze zelf denken. ‘Als ik op dinsdag iemand staande houd en een speekseltest doe, kan die positief uitslaan terwijl de bestuurder aangeeft in het weekend een pilletje te hebben genomen.’