JOURE/LEMMER - Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Fryske Marren gaat ondanks een onzeker financieel perspectief toch investeren. Door het uitblijven van duidelijkheid over de toekomstige uitkering van het Rijk ontbreekt het vanaf 2026 aan structurele financiële dekking. Echter, investeren in bijvoorbeeld wegen en bruggen is wel noodzakelijk. Dit staat in de begroting 2023 die het college binnenkort aan de gemeenteraad presenteert.
Met de bedragen die gemeente De Fryske Marren tot en met 2025 van het Rijk ontvangt kan er geïnvesteerd worden, maar daarna is er vooralsnog onduidelijkheid. In 2026 krijgen gemeenten mogelijk fors minder geld van het Rijk door een herziening van het financieringssysteem. 2026 wordt daarom ook wel het ravijnjaar genoemd en treft alle gemeenten in het land.
Wethâlder Remboud van Iddekinge: "De ûnwissichheid makket it foar gemeenten hiel dreech om plannen foar de langere termyn te meitsjen. Dochs kieze we der foar om te ynvestearjen. Wy kinne simpelwei net oars, want der is wol ûnderhâld nedich. Neat dwaan is yn ús eagen gjin opsje."
Investeringen
Het college stelt de raad voor om in 2023 in totaal een bedrag van € 8,6 miljoen te investeren. € 5,6 miljoen is structureel, drie miljoen incidenteel. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het onderhoud van wegen, waarvoor het bedrag in 2023 en 2024 wordt verhoogd met € 1,7 miljoen. In 2025 en 2026 gaat het om € 1,5 miljoen.
Ook voor kleinere projecten is in de begroting ruimte. Zo maakt het college bijvoorbeeld geld vrij voor de loopsteiger aan de Vuurtorenweg in Lemmer en gaat het de slagbomen van de Teernstrabrug in Balk automatiseren. Daarnaast staan er in de begroting 2023 verschillende duurzaamheidsonderwerpen, zoals de warmtetransitie en de verduurzaming van het vastgoed.
Vervolgproces
De door het college voorgestelde begroting wordt op 31 oktober 2022 door de gemeenteraad behandeld. De besluitvorming staat gepland voor de raadsvergadering van 7 november.